Auteur:

Gepubliceerd op: 03-05-2022

In juni dit jaar gaan de lonen in de publieke sector opnieuw met 2% hoger. De voorbije periode gebeurde hetzelfde al in oktober 2021 en in februari en april 2022, telkens twee maand na de overschrijding van de spilindex.

Volgens het federale Planbureau is het daarmee nog niet gedaan. In zijn inflatieverwachtingen van begin mei 2022 gaat het uit van nieuwe overschrijdingen van de spilindex in oktober dit jaar (met 2% hogere lonen in december) en in februari 2023 (2% opslag in april 2023). Maar bij dergelijke voorspellingen speelt in deze turbulente tijden natuurlijk een grote onzekerheidsfactor. Hoe lang zal de oorlog in Oekraïne nog duren? Worden er snel alternatieven gevonden voor de toevoer van brand- en grondstoffen uit Rusland en Oekraïne? Blijven de bevoorradingslijnen uit China stokken ten gevolge van de coronacrisis?

Wat we wel weten, is dat de lokale financiën steeds zwaarder onder druk staan, met uitgaven die door de stijgende levensduurte veel sneller en eerder toenemen dan de ontvangsten. De inflatiegedreven stijging van de personeelsuitgaven (dus zonder baremieke verhogingen) zou in 2022 uitkomen op 5,97% en in 2023 nog 5,22% bedragen. Ter vergelijking: in de periode 2007-2021 ging het gemiddeld om slechts 1,61%. Die stijging van de personeelsuitgaven geldt natuurlijk ook voor de gemeentelijke dotaties aan de politie- en hulpverleningszones, die met hetzelfde probleem kampen.

Dit blijft in geen geval zonder gevolgen, want lokale besturen zijn verplicht om de hun opgelegde evenwichtsverplichtingen na te leven. Of en in hoeverre er zal moeten gesnoeid worden, hangt o.m. af van de buffer waarover een bestuur nog beschikt. De jaarrekeningen 2021 die overal in Vlaanderen in mei en juni op de raden komen, kunnen hiervoor al een eerste indicatie geven. Tegelijk stijgt de vraag naar meer zekerheid opdat belangrijke germeentelijke ontvangstenstromen, zoals het Gemeentefonds, ook inflatiebestendig zouden kunnen worden. Dat is met een vaste groei van 3,5% per jaar vandaag niet het geval.

Jan Leroy