OCMW_verhaal_Oksana.jpg
Provider image

Oksana Neyrinck werkt op de dienst vreemdelingen van het OCMW van Koksijde. Op een dag meldt zich een hoogzwangere dame, twee kindjes op sleeptouw. Ze bevindt zich in een crisissituatie zoals dat heet.

Concreet: weggelopen van een mishandelende partner. Op dat moment bestaat er in Koksijde geen eigen daklozenopvang. Wat gedaan? Voor sommige omstandigheden bestaat geen draaiboek. Oksana heeft enkel haar gezond verstand en een telefoon. Daarmee belt ze heel België af, net niet tot haar vingers bloeden, maar toch tot ze de vrouw aan een dak heeft geholpen. Oksana hoort een tijdje niets, dan komt er een telefoontje binnen. Om te zeggen dat ze goed terecht is gekomen. En dat het kindje Oksana heet. Het is maar een greep uit het dagdagelijkse leven op een OCMW.

Oksana deed een hele waaier aan ervaringen op voor ze op een OCMW terecht kwam: stage bij een Medisch Pedagogisch Instituut, daarna een half jaar op beleidsniveau in het MPI en een paar maanden als opvoeder. Bij het OCMW een tijdje op intake – waar de hulpvragen binnenkomen en verder geleid worden naar de juiste hulpverlener, en thans zes jaar op de dienst vreemdelingen. Daar voelt ze zich thuis.

“De rol van de maatschappelijk werker,” zo analyseert Oksana, “bestaat uit twee rollen. Je hebt een begeleidende rol. Je staat mensen bij met raad en advies, op alle levensdomeinen. Daarnaast is er de controlerende functie. Voldoet de persoon nog aan de voorwaarden voor het vervangend inkomen? Volgt de persoon nog Nederlandse les, doet hij voldoende moeite werk te vinden? De uitdaging bestaat erin een evenwicht te vinden tussen die twee rollen. Je bouwt een vertrouwensband op met mensen, maar moet toch streng de regels toepassen die voor iedereen gelden. Net door die vertrouwensband wordt dat laatste meestal ook aanvaard.”

Wat Oksana zo aanspreekt in het OCMW werk?

“Een beetje het typische antwoord,” zegt ze. “Hetzelfde dat je meestal hoort van studerende Maatschappelijk Werkers, maar je kan er niet omheen: 'Ik wil de mensen helpen.' Een beetje naïef misschien. Toch besef ik dat ik iedere dag het verschil maak voor de mensen. Bij het naar huis gaan heb ik meer dan eens het gevoel dat ik iets kleins of groots gedaan. Al naar gelang. De dankbaarheid die je krijgt is haast iets tastbaars.”