voorschot 1.png
Provider image

Liesbeth is een van de sociaal werkers die tijdens de coronacrisis de werkdruk voelde stijgen doordat de deuren van andere organisaties dicht gingen. "Toen namen we het extra werk er zonder al te veel morren bij. We dachten dat het van tijdelijke aard was en motiveerden elkaar onder het motto ‘het einde is in zicht." Die coronacrisis ligt ondertussen ver achter ons, maar is niet de enige crisis die de OCMW’s te verwerken krijgen: mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, hoge energiefacturen in de brievenbussen, enzovoort. Dat de werkdruk zou minderen, bleek ijdele hoop.

Uitbetalingsinstellingen zoals vakbonden en ziekenfondsen hebben hun bereikbaarheid na de pandemie onvoldoende opnieuw opgeschaald. Als in Wetteren - een lokaal bestuur met 26 000 inwoners - een grote uitbetalingsinstelling de deuren definitief sluit, betekent dit dat deze mensen in de toekomst naar Dendermonde, Merelbeke of Lochristi moeten.  Documenten kunnen in een lokale brievenbus gedeponeerd worden, maar niemand weet wanneer deze zal geleegd worden.  Bellen lukt niet want er zijn lange wachttijden en vaak wordt de telefonische verbinding  verbroken met de boodschap ‘bel op een later tijdstip terug’. Een afspraak maken moet via digitale weg - een hoge drempel.  

Een concrete casus; ik heb een eerste afspraak met een cliënt op het OCMW en volg samen de digitale weg om een afspraak bij een uitbetalingsinstelling vast te leggen. Deze afspraak valt weken later.  In de tussentijd heeft mijn cliënt geen inkomen, kan hij de vaste kosten niet betalen, kan hij zijn schulden niet afbetalen waardoor deurwaarders opnieuw zouden kunnen opduiken,… De stress neemt toe. Mijn cliënt voelt zich te onzeker om het telefonisch consult bij de uitbetalingsinstelling alleen te doen. We maken een tweede afspraak op ons bureau om het consult samen te doen en mogelijke vragen onmiddellijk te beantwoorden.  Tijdens het telefonisch consult krijgen we de melding dat er nog documenten in orde gebracht moeten worden. Eigenlijk moet er toch een fysieke afspraak komen, maar die kan pas weken later en in een gemeente 15 kilometer van Wetteren verwijderd. Mijn cliënt heeft geen auto en moet het met de trein en de bus doen. Opnieuw stijgt het stressniveau en de onrust… En we zitten al aan 3 afspraken… De effectieve aanvraag is nog steeds niet rond en dan moet het dossier nog een administratieve weg afleggen bij de uitbetalingsinstellingen zelf. De uitbetaling is nog lang niet in zicht.’ 

Liesbeth zal voor haar cliënt een leefloon als voorschot op zijn uitkering regelen. Steeds vaker geven OCMW’s zo’n voorschotten. Sociaal werkers in de OCMW’s doen hiervoor een sociaal onderzoek, ontvangen cliënten en doen huisbezoeken, schrijven verslagen, er is administratief werk richting de uitbetalingsinstellingen (onder andere om de verleende voorschotten later te kunnen verrekenen),…  Deze voorschotdossiers slepen meestal een maand of drie aan en drukken op de jobvreugde van sociaal werkers en begeleidingstijd voor hun cliënten.  

Heel veel tijd en energie gaat zo verloren. Het zorgt voor frustraties en werkt een algemene verzuring in onze maatschappij in de hand. Dit merken we dagelijks in cliëntencontacten maar ook in contacten tussen hulpverleners onderling. Ik denk dat we vanuit de OCMW’s niet anders kunnen dan aan de alarmbel te trekken. Fysieke toegankelijkheid is een noodzaak, geen overbodige luxe! We mogen niet alles digitaliseren. Daarnaast is het OCMW een vangnet en geen toegangspoort tot de sociale zekerheid.  We willen oplossingen die er op korte termijn voor zorgen dat mensen sneller en op de best mogelijke manier geholpen worden. Samen met de VVSG zijn we gesprekken hierover gestart. ’