Inzake tucht, eindigt de termijnverlenging (art. 38sexies, vierde lid, van de tuchtwet) om aan het personeelslid toe te laten een aanvullend verweer in te dienen, op de dag waarop de door de tuchtoverheid toegekende termijn van verweer verstrijkt, tenzij het personeelslid uitdrukkelijk heeft verzaakt aan zijn verweer of aan de hem nog resterende termijn.