Een verregaande automatisering met betrekking tot de minnelijke en gerechtelijke invordering van onbetaalde waterfacturen lijkt een objectief gegeven dat lagere prijzen bij een overheidsopdracht kan verantwoorden. De aanbesteder is de grenzen van de zorgvuldige beoordeling niet te buiten gegaan door de opgegeven prijs niettemin als realistisch beschouwd te hebben.